Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koning nu sprak tot [4]Gehazi, den jongen van den man Gods, zeggende: Vertel mij toch al [5]de grote dingen, die Elisa gedaan heeft. 4. Het schijnt dat dit geschied is voor de historie van Naaman den Syrier en de melaatsheid van Gehazi, waarvan men zien kan boven, hfdst.5:, omdat niemand lichtelijk sprak met de melaatsen, die van het gezelschap der mensen door Gods wet afgezonderd waren, Lev.13:46. Anderen menen dat deze wet de samenwoning alleen verbood, en niet de aanspraak, die de Israelieten zowel, boven, hfdst.7 vs.10, als de heidenen, boven, hfdst.5 vs.4,5, toegelaten hebben. 5. Dat is, mirakelen en wonderwerken, die deze afgodische koning niet uit waar geloof, maar uit ijdele nieuwsgierigheid zocht te horen.